Welkom!

Wat leuk dat je een kijkje komt nemen op mijn blog ter ere van mijn teckelmeneren: Karel en Pepijn. Karel is een wildkleurige standaard ruwharige teckel en is geboren op 12-12-2009. Hij is een rustige knuffeldoos, maar met een zéér uitgesproken karakter en werkelijk stronteigenwijs. Ruim een jaar later (11-03-2011) werd zijn maatje Pepijn, eveneens een standaard ruwharige teckel maar dan black & tan, geboren. Pepijn is een hyperactieve ventje met een hartje van goud die alles wat hij doet ook vol overgave doet.

Deze twee heren zetten regelmatig mijn leven op zijn kop en daar ben ik ze meer dan dankbaar voor. Ook levert het nogal wat leuk materiaal aan verhalen, verslagjes en foto's op en deze wil ik dus graag met jullie delen via dit blog. Dit o.a. om te voorkomen dat mijn facebookvrienden compleet gestoord van me worden. Ook zal ik hier alle overige leuke teckelmeuk dumpen die ik tegen kom. Reacties vind ik altijd leuk en zijn zeker welkom!

Foto gezichtLiefs,

Leila

woensdag 14 november 2012

Als je sik maar goed zit!

Pepijns vacht doet altijd maar net waar het zin in heeft. De ene keer is het net een punker als hij bijna geplukt moet worden, de andere keer is het "wel wat wild" maar ziet hij er eigenlijk tot aan het plukken best netjes uit. Deze keer transformeert hij naar een geitje... <3


zondag 11 november 2012

Verhaal #3: Vis, wat een goed idee!

Ik word wakker en weet het meteen: dit wordt níét mijn dag. Ik heb een knallende koppijn, mijn lijf doet zeer en ik ben rillerig. Toch stap ik snel uit bed en maak me klaar voor de dag, want ik hoor de heren teckelmeneren al jengelen.

Ik bevrijd ze uit hun benches en nadat ze hun bekende ochtendritueel hebben afgewerkt (wat voor Pepijn luid kreunend en grommend over de bank heen racen en voor Karel 10 minuten lang onophoudend piepen met zijn beertje betekent) doe ik hun bandjes en tuigjes aan en gaan we naar buiten voor de eerste wandeling. 

Halverwege het park bedenk ik me dat we net zo goed even langs de dierenwinkel kunnen lopen om een paar rollen vlees te kopen. Onderweg komen we langs de visboer en ik besluit om ze op de terugweg te trakteren op een visje als ontbijt. Ik vind dit een enorm goed idee van mezelf en het vooruitzicht van twee dolblije hondjes maakt mijn humeur er in één klap een stuk beter op. 

Eenmaal bij de visboer aangekomen, staat er een enorme rij. Karel en Pepijn blijven echter braaf bij me staan dus ik besluit gewoon maar aan te sluiten. Kindjes die de heren willen aaien komen en gaan en de heren laten zich maar wat graag verwennen met knuffels en kusjes. De markt is echter al bijna afgelopen dus naarmate wij dichter bij de kraam komen, neemt het aantal kindjes af. Pepijn begint eens om zich heen te kijken en ontdekt een plastic geit die voor de kraam van de kaasboer staat. Ineens prijkt zijn staart fier in de lucht en zie ik dat zijn rughaartjes een verticale positie innemen. O jee… Mijn brave, kindliefhebbende hondje verandert binnen een paar seconden in een bloeddorstige ragebol op pootjes die al op en neer springend woeste kreten uit slaat naar… een klein plastic geitje. De mensen die bij de kaasboer horen kruipen bijna onder hun kraam van het lachen, maar om me heen hoor ik al chagrijnig gemompel van mensen, want wie neemt dan ook z’n hond (en dan ook nog twee!) mee naar de markt… 

Ik kalmeer Pepijn wat en ga tussen hem en de geit in staan. Hij bromt nog wat maar al met al mag ik niet klagen. Tot ik een stap naar voren probeer te zetten en merk dat er geen beweging in het andere lijntje zit. Ik kijk naar het uiteinde ervan en zie dat Karel zich met 4 poten schrap zet in het midden van het pad. Hij is niet van plan om ook nog maar één stap dichter bij de kraam te komen en laat zich doodleuk met een getergde uitdrukking op zijn kop op zijn zij vallen. Fijn, heel fijn. Takketeckel. Weer hoor ik een mengeling van gegrinnik en gemopper om me heen. Inmiddels zijn we aan de beurt en ergens begin ik wat te twijfelen aan dit hele plan. Zou het feit dat de één weigert om in de buurt van de viskraam te komen en de ander liever een plastic geit aanvalt geen teken moeten zijn dat vis misschien niet aan die twee besteed is? Neeeee, denk ik, ze eten immers alles en vis in KVV-vorm gaat er in als koek.

Met mijn armen beide in een rare draai omdat Pepijn de geit weer heeft herontdekt en Karel nog stééds doet alsof hij daar ter plekke ligt te sterven van ongeluk, bekijk ik de kleinere visjes die de man verkoopt. Ik wijs iets aan, maar de visboer trekt een vies gezicht. Hij is het niet eens met mijn keuze. Aangezien ik me nog steeds belabberd voel en ook al wat onzeker ben omdat ik ze nog nooit hele visjes heb gegeven, vraag ik de man wat hij zou geven dan. Hij pakt twee niet al te kleine vissen uit de bak met wijting en voor ik iets heb kunnen zeggen, liggen ze al op zijn werkblad. Ik kan me ergens wel herinneren dat wijting op zich best prima is en ik kies voor de makkelijke weg en ga niet in discussie. Dan krijgen ze vanavond gewoon wel wat minder te eten, al lijken de vissen op het eerste gezicht zelfs genoeg voor twee dagen. In een enkele seconde hakt hij de kop er af en fileert ze en met een zucht bedenk ik me dat daar mijn hele plan in duigen valt. Even denk ik er aan om hem te vragen of ik dan het afval ook mee mag nemen, maar ik zie aan zijn gezicht dat dat er niet in zit. Daar sta ik dan met mijn normaal toch best grote mond. Vol tanden dit keer. Ik bedank hem toch maar vriendelijk, zet mijn stervende Karel weer op zijn poten, trek Pepijn van de geit af, zeg gedag tegen de mensen van de kaasboer die bijna geen woord meer kunnen zeggen van het lachen en taai af richting huis.

Eenmaal thuis pak ik de vissen uit en leg ze in hun bakken. Jemig, wat zijn die dingen groot. Nou ja, dat het ze maar mag smaken. Ik twijfel nog even of ik ze wel zo in mijn open keuken neer moet zetten, maar ik heb de jongens al geleerd dat ze alles bij hun bak op moeten eten nadat ik al ooit een keer een akkefietje had met eendennekken die de hele kamer door vlogen. 

Ik zet de bakken dus maar gewoon neer en Karel begint meteen lekker te eten. Pepijn loopt rondjes om zijn bak en kijkt mij vragend aan: “wat mót ik hier nou weer mee, vrouw?” “Toe maar, Pepijntje, lekker eten” Karel ziet dit blijkbaar als een teken dat Pepijn zich op zíjn vis mag storten en trekt meteen een sprintje door de kamer met zijn vis. Bagger, dat is niet de bedoeling. Het is echter al te laat. Hij sleept de wijting over mijn hele vloerkleed en parkeert zichzelf onder mijn salontafel. Pepijn ziet dit en denkt: “wow! Dat is een goed idee” en sleurt ook zijn vis de kamer door en neemt hem gezellig mee de mand in. Karel vindt dit veels te dichtbij en sleept zijn eigen vis nog wat verder over mijn mooie witte vloerkleed (ja, is dom, ik weet het) en schudt eens lekker een paar keer met het ding. Ik zie de spetters er vanaf vliegen. Pepijn likt alleen maar aan zijn vis en smeert hem lekker af aan zijn mand. Stelletje smerige worsten op pootjes.

Ik probeer ze weer terug te sturen richting hun bak met als gevolg dat ze hun maaltijd nog verder door de kamer heen slepen en smeren. Overal liggen nu stukken vis en grijze drab. Ik ga bijna over mijn nek, want rauwe vis dat er nog uit ziet als echte vis is (met uitzondering van haring) niet aan mij besteed. Karel heeft inmiddels alle delen die hij blijkbaar lekker vind opgevreten (eten kan ik het niet noemen) en laat de restanten voor wat het is. Hij probeert nu de wijting van Pepijn te pakken te krijgen en alhoewel Pepijn het niet lekker lijkt te vinden, bewaakt hij zijn eten uiteraard als een bezetene. Een cháos is het. Een grote smerige, slijmerige puinzooi met in het midden daarvan een hysterisch blaffende Karel en een woest grommende en uitzinnig rondspringende Pepijn. Wat een goed idee was dit van mij!

Pepijn heeft nog maar de helft van zijn vis op en ik ben er he-le-maal klaar mee. Ik loop naar de kast, pak er wat gedroogde long uit en ruil dit met hem voor de wijting. Dit gaat gelukkig heel makkelijk. Ik raap kokhalzend de stukken op die Karel niet lekker genoeg vond, stop alles in een zak en ren naar buiten waar ik het in een prullenbak gooi. Meteen probeer ik zo goed en kwaad als het gaat mijn vloerkleed schoon te maken en dweil de rest van de vloer zo grondig als maar kan. Gatverdegatver. Stelletje smerige rotzakken. Ik besef dat het helemaal mijn eigen schuld is. Ik moet dit soort dingen gewoon niet doen als ik me niet helemaal lekker voel. Toch wekken die twee uitgestrekte smoelwerken van de twee heren bij mij de indruk dat ze dondersgoed wisten dat dit niet de bedoeling was. En tegelijkertijd merk ik dat die twee uitgestrekte smoelwerken ook een enorme lachbui bij me opwekken. Wat een stel draken zijn het toch. Ik proest het uit van het lachen terwijl ik mijn vloer sta te dweilen en de heren kijken me aan alsof ik gek ben. Pepijn kijkt zelfs een beetje zorgelijk: “Gaat het wel goed daarboven, vrouw?”

Ik ruim mijn dweil op en kom weer terug de kamer in. Het lijkt wel alsof er nog meer stukken vis op de vloer liggen… Totdat ik ineens een onmiskenbaar geluid achter de bank vandaan hoor komen. Ik loop een stukje verder, kijk naar waar ik het geluid vandaan hoor komen en ja hoor… twee kotsende tokkels. Ik slaak een zucht, loop weer terug en haal mijn dweil maar weer tevoorschijn. In het vervolg laat ik die goede ideeën op slechte dagen maar gewoon goede ideeën zijn en meer niet. Ik ga maar weer aan de schoonmaak!

zaterdag 10 november 2012

De teckelmeneren in aquarel

Vandaag kwam ik thuis en stond mij een enorm leuke verrassing te wachten! Op facebook en het hondenforum waar ik actief ben zag ik ineens de foto's verschijnen van twee prachtige aquarellen van de teckelmeneren. Ze zijn gemaakt door West Siberische Laika fokker Chris Eisenga. We hadden het er al over gehad en ik wist dat ze mijn mannen op papier zou zetten, maar dat het zo mooi zou worden had ik alleen maar durven dromen!




dinsdag 2 oktober 2012

Tattoo

Jaja, eindelijk heb ik hem dan... mijn teckeltattoo! Het is de tekening "The Dog" van Picasso. Ik heb hem, zoals je ziet, achter in mijn nek laten zetten. Ik ben er zelf ontzettend blij mee! <3

Mijn tatoeage nét nadat hij gezet is

zondag 30 september 2012

Genieten van het najaarszonnetje

Vandaag scheen de zon heerlijk op het balkon. En wat is er dan leuker dan gebroederlijk op de zitzak liggen tutten en te genieten van het zonnetje? 









En dit was de mooiste foto van vandaag...



zaterdag 29 september 2012

Verhaal #2: Karel, dé nieuwste oplossing tegen irritante pubers

Ik zit op de bank een beetje TV te kijken. Pepijn vindt dat maar onzin... zoveel aandacht voor zo'n lichtbak waar geluid uit komt. Dus meneer begint lekker te irriteren. 

Hij komt naast me zitten en probeert me indringend aan te kijken. Lukt niet. Dus komt hij voor me zitten, tussen mij en de TV in, en probeert me weer indringend aan te kijken. Lukt weet niet. Dat is balen. Dus meneer begint zachtjes uitdagend te "grommen" (bij gebrek aan een beter woord) en zachtjes te blaffen. Ik verzoek hem vriendelijk zijn bakkes dicht te houden. "Jaaaa daaaaaag", denkt Pepijn. Hij blaft een keer hard in mijn oor. Ik kijk hem met opgetrokken wenkbrauwen aan en hij laat zich plat op de bank vallen: "nou zeg, mag ook helemaal níks hier."

Ik hoor hem langzaam weer "opladen": hij begint wat te kreunen, weer zachtjes te "grommen" en ineens voel ik een paar tandjes in mijn hand. Niet hard, echt nét zo dat je het niet bijten kan noemen, want meneer weet dóndersgoed dat dat niet mag. Ik kijk hem weer aan met opgetrokken wenkbrauwen. Pepijn laat zich weer plat op de bank vallen: "Saaie trut" zie ik hem denken.

Het lijkt alsof Pepijn zich heeft overgegeven aan mijn saaiheid, maar ik weet dat hij zich enorm ligt in te houden. En jawel, na een paar minuten hoor ik het gegrommel weer opborrelen. Hij begint ook wat te stuiptrekken. Meneer ligt zich op te naaien.

Na een paar minuten houdt hij het niet meer en gaat hij weer rechtop zitten. Hij zet een gejank en geblaf in alsof hij dagelijks stelselmatig mishandeld/verwaarloosd wordt. Ik trek mijn wenkbrauwen nogmaals omhoog en zeg: "Pepijn..." Hij houdt op met janken maar zijn kin houdt hij nog steeds strijdlustig in de lucht. Gaat nooit lang duren dus. 

Ineens hoor ik aan de andere kant van de bank een hoop gemopper en gekreun. Karel is wakker. Met een slepende, slaperige tred en een kop op standje onweer komt hij over de bank onze kant op lopen. Het haar aan de ene kant van zijn kop is helemaal platgedrukt, de andere kant van zijn kop ziet er uit als de hondse versie van Catweazle. Kortom: hij ziet er niet uit. 

Ik wil Karel net vrolijk bij me roepen als Pepijn besloten heeft dat Karel hem vast en zeker komt helpen. Hij zet zijn sirene dus weer aan. Karel werpt me een giftige blik toe alsof hij wil zeggen: "Zal ík het dan maar weer oplossen?!" Hij loopt naar Pepijn, blaft een korte "WRAF!" naar mij en gaat zo met zijn dikke reet op de kop van Pepijn zitten. "Zo!" Die is stil...

woensdag 19 september 2012

Nieuw speelgoed!

Een paar dagen geleden heb ik me uitgeleefd op Zooplus.nl met een waardebon die ik via Groupon heb gekocht. Het speelgoed lag hier allemaal aan gort dus ik heb wat leuk nieuw speelgoed en kluiven voor ze besteld. Gisteren kwam het pakketje aan en ik heb ze, nadat ik de kaartjes eraf had gehaald en de kluiven er uit gehaald had, zelf de doos uit laten pakken. Nou, dat was één groot feest!

Speciaal voor Pepijn had ik een nieuw "balletje aan een touwtje" besteld. Zijn oude was kapot. Hij rende daar minstens één keer per dag heel woest mee door de kamer terwijl hij zichzelf met dat balletje voor zijn smoel sloeg. Nu mag hij zich met deze nieuwe fijn dagelijks voor zijn eigen bakkes slaan.  O-)




Karel ging meteen los op een olifantje van touw:





Waag het niet om hem af te pakken, broer!




Het Kong Konijn wordt vermoord door Pepijn




Een bank vol met speelgoed: een waar teckelparadijs




Ik wil óók met dat olifantje...




Was dat álles?




Toch wel vermoeiend... dat spelen...

maandag 17 september 2012

Chillen met die billen!


Ik zat achter de computer een beetje doelloos te surfen. De honden lagen beide lekker te slapen. Althans, dat dacht ik. Toen ik omkeek zag ik Pepijn zo op de bank liggen. Keihard chillend, maar klaarwakker tegen een kussen en lekker onder een dekentje. Goed bezig, vent. <3

zaterdag 15 september 2012

Verhaal #1: Zomaar een regenachtige dag met twee teckels


Buiten regent het dat het giet. Karel en Pepijn zijn zich daar zeer van bewust want de regen beukt tegen de ramen aan. Karel doet al een uur lang alsof hij slaapt, maar ik zie af en toe een oog open gaan en richting raam kijken en zie hem dan gewoon denken: "pleuresregen". Pepijn is al een kwartiertje aan het jengelen en ik weet dat ik ze zo toch echt mee naar buiten moet gaan nemen, want als ik dat niet doe voelen ze zich allebei ook niet te beroerd om hun plasje en poepje dan maar op mijn mooie witte kleed te deponeren.

Ik loop naar de gang en begin mijn regenlaarzen en jas aan te trekken. Pepijn is door het dolle heen, hem kan die regen niets boeien, en probeert zichzelf op te hangen aan zijn eigen tuig die aan de kapstok hangt. Wat dat betreft is dat kereltje het tegenovergestelde van zijn broer die nog steeds met dichte ogen, maar af en toe toch stiekem op een klein spleetje geopend, op de bank ligt weggekropen onder een wollen plaid. Eenmaal helemaal aangekleed zie ik dat Pepijn een nieuw soort wurgknoop heeft uitgevonden. Met een zielig en verward klinkend "hauwauwauw?" vraagt hij mij om hem uit zijn benarde positie in zijn eigen tuig te bevrijden.

Nadat ik Pepijn op een minder dodelijke manier in zijn tuig heb gehesen, ga ik op zoek naar Karel. Waar is die nu weer? Shit, die heeft zichzelf natuurlijk weer verstopt. Ah daar, helemaal in het achterste hoekje van bench. Ik roep hem met mijn allerliefste stemmetje: "Kaaaarel! Kom eens kijijijijken! Lekker wandelen!" Stom, had dat niet moeten zeggen. Nu kruipt hij nog verder naar achter en laat een soort "urgh" horen. Ik laat me dus maar op mijn knieën zakken en kruip zelf ook de bench in. Karel zit inmiddels met zijn reet naar me toe en verzet zich met alle macht. Stukje bij beetje en onder begeleiding van een hoop ge-"hmpf" en ander geprotesteer van Karel krijg ik hem dan toch de bench uit. Ik doe hem snel zijn tuig om en loop met hem de gang op waar Pepijn zoet zit te spelen met de batterijen die uit zijn net kapot gebeten veiligheidslampje zijn gevallen. Ik pak de batterijen af, bedenk me nog even dat ik ergens een nieuw pakje met lampjes heb liggen, maar meteen schieten ook alle andere vormen van ongein door mijn hoofd die ze nog kunnen uithalen terwijl ik die lampjes ga pakken dus ik laat het maar even zo.

Op weg naar beneden zijn ze zowaar braaf. Zelfs Karel loopt gewoon mee. Tot we bij het kleine trapje zijn dat we op moeten naar de deur. Pepijn draag ik altijd, want hij is bang voor trappen. Van die zogenaamd niet levende dingen zijn natuurlijk ook niet te vertrouwen. Karel loopt altijd zelf het trapje van een paar treden op. Maar nu niet. "Ieieieieieieieieieieuw! Ieieieieieieieieieieieieieuw!" Hij laat zich op de grond vallen alsof ik hem net helemaal lam heb geschopt. Ik loop dus maar naar beneden en pak hem op. Op hetzelfde moment gaat Pepijn compleet over de zeik, want er vliegt een plastic zak langs aan de andere kant van de deur. Al mijn buren weten ook weer dat we gaan wandelen. Fijn.

Buiten is Pepijn even vrolijk als altijd. Mensen moeten zelfs lachen om die blije gup aan dat lijntje terwijl de regen met pijpenstelen naar beneden komt. Karel loopt in elkaar gedoken en zachtjes jankend achter me aan. Hij is er volgens mij echt heilig van overtuigd dat teckeltjes van suiker gemaakt zijn. We lopen een rondje langs wat veldjes en Pepijn gebruikt die veldjes ook daadwerkelijk waar ze voor bedoeld zijn. Karel weigert om ook maar één poezelig voetje op het gras te zetten.

Ik kom bij een splitsing. Als ik naar links ga, gaan we naar huis. Als ik naar rechts ga, komen we langs nog een paar veldjes. Karel heeft nog steeds niets gedaan en dus besluit ik, ondank dat ik doorweekt ben, naar rechts te gaan. Althans, dat probeer ik. Het lijkt ineens of er aan één lijntje een betonblok van een paar honder kilo bevestigd zit. Ik kijk naar het einde van het lijntje: Karel. Karel staat met alle vier zijn poten wijd, zich schrap gezet tegen de stoeptegels en werpt me de meest giftige blik toe die ik ooit gezien heb. Tegelijkertijd produceert hij een soort oergeluid die het midden houdt tussen het gekrijs van een aangereden kat en het gebrul van een woest wild dier. De boodschap is duidelijk: Karel wilt niet naar rechts. Toch jammer, Pepijn en ik namelijk wel.

Ik til Karel op en zet hem op het rechterpad. Geen gezeik, gewoon lopen: HUP! Karel kijkt me aan alsof hij me op wilt vreten, maar bedenkt zich dan waarschijnlijk dat dat dan ook voorlopig zijn laatste maal zou zijn, want er is niemand anders die hem te eten geeft dan ik. Hij loopt in ieder geval weer mee.

Als we bij het laatste veldje op onze route zijn heeft Karel nog steeds niets gedaan, zelfs geen plas. Hij weet dondersgoed wat ik van hem wil, want hij kijkt me constant aan om te kijken wat voor effect het op mij heeft dat hij dat niet doet. Ik zeg: "toe maar, Kareltje" en Karel antwoordt met: "Ieieieieieieieieuw!" en een zwaar benauwde blik. Of ik wel zie hoe nat dat gras is. Ja, Karel, dat zie ik. Ik ga er dus maar zelf op staan. Pepijn volgt vrolijk en kijkt met zijn kenmerkende lijpe, blije blik naar me omhoog: "wa gaan we doen, vrouw? iets leuks, vrouw? Aaaah toe zeg nou, wa gaan we doen wa gaan we doen wa gaan we doeoeoeoeoen???" Karel blijft stug op de stoep staan. Blik op onweer en ineens lijkt hij de oplossing gevonden te hebben. Hij draait zich om en pist zo tegen de band een geparkeerde auto aan. Met een triomfantelijke blik kwispelt hij eens naar me en ik besef dat ik het vandaag niet ga winnen van hem. Even bedenk ik me nog dat hij dan wel geplast heeft, maar ik nog geen drol gezien heb. Nou ja, dat kan. Hij poept hoogstens 2 keer per dag.

Ik neem de heren mee naar huis en als ik ze eenmaal heb ontdaan van hun tuigjes en mijn eigen regenspullen heb weggehangen, ga ik nog even iets lekker voor ze pakken uit het berghok. Ik loop de kamer in en roep de meneertjes: "Kaaaarel! Peeeeeepijn! Kom eens kijken!" Mijn blije gup Pepijn komt meteen om de bank heen stuiven en staat als een dolle om me heen te springen. Maar waar is Karel? Ik loop om de bank heen en daar zit hij... een grote drol te draaien op mijn mooie witte vloerkleed. Teckels eigenwijs? Hoe kóm je er bij...

Even de heren voorstellen...

Deze knappe man hoort te luisteren naar de naam Karel al lijkt "koekje" vaak beter te werken. In december wordt hij alweer 3 jaar. Hij is verschríkkelijk lief en knuffelig, maar zéér standvastig. Als deze heer geen zin meer heeft om te lopen dan laat hij zich gerust midden op straat op zijn rug vallen en mag je het uitzoeken van hem. Een heerlijke hond met Karakter dus.



Dit menneke is Pepijn. Pepijn is momenteel druk bezig met volwassen worden. Het ene moment doet hij heel hard zijn best en luistert hij voorbeeldig, het volgende moment duik ik de gangkast in om een rol behang en plaksel op te vissen. Pepijn heeft energie voor tien en doet alles vól overgave. Van het wegjagen van "enge" dingen (zoals de trap) tot het laten merken hoe lief hij je vindt. Kletsen kan deze lawaaipapegaai ook als de beste. Hij brengt heel wat leven in de brouwerij voor mij en zijn maatje Karel.